Turkije is van oudsher beroemd om zijn druiven en wijnen. Al in de oudheid werd er Turkse wijn gedronken en op grote schaal wijn geproduceerd en door de Hittieten, Grieken, Romeinen en Perzen, en ook onder het het islamitische Ottomaanse regime werd er door christelijke bevolkingsgroepen volop wijn gemaakt en geconsumeerd. De laatste tientallen jaren worden naast de traditionele productiewijzen ook moderne technieken toegepast om de kwaliteit van de wijn te verbeteren.
Toen mensen in het Tweestromenland, in het oosten van Turkije, hun nomadisch bestaan verlieten en zich gingen vestigen op een vaste plek, begonnen zij ook met het in cultuur brengen van de wijnstok, de olijf- en de vijgenboom. Dat gebeurde in de bovenloop van de Eufraat en de Tigris, bij óns bekend als Mesopotamië, maar ter plaatse als Mezopotamya (lett: tussen de rivieren). Beide rivieren stromen door Turkije, Syrië en Irak naar de Perzische Golf.
Er zijn aanwijzingen gevonden dat er zesduizend jaar voor Christus (en volgens sommigen 7.000 voor Chr.) al wijngaarden waren. De wijncultuur kwam tot bloei en breidde zich ook uit naar Egypte. Maar speciaal belangrijk was dat de Phoeniciers -zeevaarders met een handelsgeest in wat nu de Libanon is- ook aan wijnbouw ging doen en vervolgens met hun schepen niet alleen de wijn maar ook de wijnstok naar Griekenland brachten. De Grieken, op hun beurt, gingen met de wijnstokken duizend jaar voor Christus in Hongarije, Zuid Italie, Sicilie en tenslotte in Frankrijk aan de gang. Daar stichtten zij een kolonie: Massalia (Marseille).Dat was omstreeks 600 voor Christus.
Men krijgt de indruk dat als ergens een beschaving voortschreed, er wijn op tafel kwam. Maar in Turkije zelf kwam de ontwikkeling tot stilstand als gevolg van de invloed van de Islam. Dat veranderde pas weer in 1925 toen Kemal Ataturk van Turkije een seculiere staat maakte en de wijnboeren als het ware een inhaalslag konden gaan maken. Ze werden daarbij geholpen door een voortreffelijk klimaat voor de druiventeelt.
Het sterk toenemende toerisme -voornamelijk uit Europa- deed de vraag naar goede wijnen groeien en dat leidde ertoe dat de moderne Turkse wijnbouwers niet alleen de nieuwste vinificatiemethoden gingen gebruiken, maar ook de in Europa populaire druivensoorten gingen verbouwen. Dat betreft de bekende rode rassen cabernet sauvignon, merlot, grenache, syrah en carignan, naast de uniek Turkse papazkarasi. De belangrijkste witte rassen uit Europa zijn sémillon, colombard, riesling, chardonnay en narince.
Van het 650.000 ha grote wijnbouwareaal wordt echter slechts een kwart tot wijn verwerkt: 60 miljoen liter. Niet erg veel dus, maar van uitstekende kwaliteit. Het grootste deel van de oogst wordt druivensap, rozijnen of consumptiedruiven en dan wordt er ook nog iets gebruikt om raki van te maken.
Turkije ligt in een geschikte klimaatzone voor de aanbouw van druiven, en heeft een wijnbouwhistorie van ver voor die van de Romeinen en de Grieken. Er werd al 2000 v. Chr. door de Hethitters in Anatolië wijnbouw bedreven.
Tijdens de Osmaanse tijd was de Turkse wijnproductie vanwege een alcoholverbod voor circa 400 jaar aanbanden gelegd. Alleen de christelijke minderheid (Armeniërs, Grieken) mocht wijn produceren en consumeren, desondanks waren er volgens een bericht uit 1637 alleen in Istanbul 160 tavernes en 6000 winkels die alcoholische dranken verkochten. Met de uitroep van de Turkse republiek in 1923 werden de restricties voor wijnproductie opgeheven.
Tussen 1960–1980 kromp de Turkse wijnbouw drastisch door de druivenziekte phylloxera, de massale migratie van het land naar de grote steden en moeilijkheden bij de wijnproductie. Vele druivensoorten, belangrijk voor het genenbestand, stierven uit.Vanaf de jaren 1980 expandeerde de wijnproductie drastisch, vooral door het stijgende toerisme. Turkije heeft een geringe per hoofd wijnconsumptie van 0,78 liter, in Nederland is dit 20 liter per hoofd. De alcoholconsumptie bestaat voor 70% uit raki, een sterk alcoholische (40%) anijsdrank, 12% bier en 8% wijn. De laatste jaren wordt Turkse wijn steeds populairder waarbij vooral op kwaliteit gelet wordt.
Volgens statistieken uit 1996 heeft Turkije het 4st grootste aanbouwgebied voor druiven met 567.000 hectare (ca. het vijfvoudige van Bordeaux), en is 5de op de wereldranglijst van druivenproducenten met 3,7 miljoen ton per jaar. Slechts 2% wordt echter gebruikt voor de wijnproductie. In 1998 was de wijnproductie 45 miljoen liter, deze hoeveelheid is zelfs kleiner als dat van haar kleinere buurlanden Bulgarije en Griekenland en ligt ver beneden de wereldleiders Frankrijk en Italië.