Aangezien het land geen enkele wijntraditie bezit, wordt het bij de opbouw van zijn wijnproductie geholpen door adviseurs en bedrijven uit traditionele wijnlanden als Frankrijk en Italië. Tegelijkertijd is er zoiets ontstaan als een wijncultuur, tot dusverre een volstrekt onbekend verschijnsel.
De Chinese wijnindustrie streeft een tweeledig doel na: productie voor de groeiende thuismarkt én voor de export. Een en ander gebeurt met wijnen op basis van internationaal gangbare druivenrassen, zoals cabernet sauvignon, merlot, chardonnay en riesling. Typische eigen rassen hebben de Chinezen niet.
Wijnbouwgebieden zijn zowel in de kuststreek te vinden als ver landinwaarts, richting Mongolië. Is het eerste gebied door maritieme invloed vrij warm en vochtig, het tweede is juist uitgesproken continentaal, droog en met strenge winters. Vooralsnog werken de Chinezen niet met gedetailleerde herkomstbenamingen, maar met merknamen.
In China zijn ongeveer 100 wijnhuizen actief. Veel van deze wijnhuizen produceren echter alleen brandewijn of slechts traditionele Chinese alcoholische dranken en geneesmiddelen. Wijnen die gemaakt worden van vinifera druiven (zoals Cabernet en Chardonnay) zijn nog in de minderheid. De wijnen neigen zeer licht te zijn, hoewel ze redelijk goed gemaakt zijn.
Er zijn twee belangrijke problemen die de Chinese wijnindustrie teisteren. Ten eerste: de landbouwers gunnen de druiven geen tijd om te rijpen. Bijna altijd worden de druiven vroeg geplukt zodat er geen vrees voor verrotting of andere oogstgevaren is. Dit leidt ertoe dat het de wijnen ontbreekt aan suikers, zodat heel wat suiker moeten worden toegevoegd. De tweede is de economie. Een fles wijn kan voor niet meer dan $3 per fles verkocht worden om in de markt te concurreren. Het immense potentieel van China met 1,2 miljard inwoners heeft buitenlandse (hoofdzakelijk Franse) investeerders ertoe gebracht om gemeenschappelijke ondernemingen met de Chinezen op te zetten.
China heeft meer dan 160.000 hectares aan wijnstokken, maar de meeste wijngaarden liggen in afgelegen gebieden, zoals die in Tibet dichtbij Kazachstan, waar zijde handelaren eeuwen geleden al zaden mee naar toe brachten. Er is ook een kleine inheemse druif (thunbergii Vitus) die in noorden van Shanghai groeit. Russen brachten in het begin van de twintigste eeuw wijnstokken van de Muscateldruif en Ratsiteli naar China. Hoewel het is begonnen aan het begin van de 20ste eeuw ontwikkelt de wijnindustrie in China zich pas onlangs tot een significante markt.
De invloed van westelijke eten en drinken is zeer belangrijk geweest. De wijn wordt nu namelijk de modieuze drank voor de rijke jongere generaties in de steden van China, en de drank van rijkste élite van China. De waarde van de markt is meer dan verdubbeld in de loop van de laatste vijf jaar, en is veel verfijnder geworden. Niet alleen zijn er meer wijnen beschikbaar door buitenlandse wijninvoer in restaurants en in de winkels, maar het aantal, de verscheidenheid en de kwaliteit van binnenlandse wijnen zijn ook gestegen.
De binnenlandse wijnen bereiken nu een niveau van kwaliteit dat zij op prijs met ingevoerde wijnen kunnen concurreren, en zelfs aan het ontwikkelen van een exportmarkt kijken. Met ongeveer 600 miljoen jonge Chinezen, die nieuwe types van alcoholische dranken proberen, is de potentiële markt voor verkoop van wijn in de toekomst groot. Ooit komt er een dag dat de Chinese wijnen in alle Chinese restaurants in de wereld worden gevonden, en dat de wijnen van de wereld worden gevonden in China.