De Malbec druif is een van origine Franse druif en is in het zuidwesten van het land aangeplant. De Malbec druif is vernoemd naar een Hongaarse boer die de druif voor het eerst in Frankrijk introduceerde. Tevens heeft de druif een tweede thuis gevonden in Argentinië, waar de druif in 1868 door de Fransman Michel Pouget geïntroduceerd werd. De druif stond lang bekend als één van de zes druiven die waren toegestaan voor rode Bordeaux blendwijnen. Nu vind men de druivensoort veel in Cahors en wordt Malbec ook aangeplant in Chili, Zuid-Afrika, Nieuw-Zeeland, Long Island, New York en Californië.
Nadat de vorst in 1956 circa 75% van de Malbec oogst in de Bordeaux had verwoest, werd de Malbec een stuk minder populair. Ook in Cahors had deze vorst toegeslagen, maar de druif werd weer aangeplant en kreeg zijn populariteit in dit gebied terug. De Malbec wordt in dit gebied ook wel Auxerrois genoemd.
De Malbec is een blauwe druif en wordt veel gebruikt voor rode wijnen. De druiven hebben vaak een donkere inkt kleur en bevatten robuuste taninnes. De schil van de druif is dun en Malbec heeft meer zon nodig om goed te kunnen rijpen dan bijvoorbeeld een Cabernet Sauvignon of Merlot.
In Argentinië is de druif zachter en bevat het minder tannines, dan de Malbec in Cahors en zijn ze zeer geschikt om op hout te rijpen. In de smaak van de druif komt vaak de smaak van pruimen naar voren en de wijnen die er van gemaakt worden zijn rijk, donker, mondvullende en kruidig. De druif is heel gevoelig voor vorst en heeft op een dag de grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht nodig. Kenmerken van de Malbec zijn zoete bramen, zwarte kersen rijp bosfruit, chocolade en eucalyptus.